Aanbidden is een werkwoord

Drie mensen die aanbidden. Een aanbiddingsleider, een gitarist en een kerkganger.

De buitenkant
Henk is aanbiddingsleider. Hij kan goed zingen, kiest de mooiste liederen. De opbouw is fantastisch. Hij begint met een lekker uptempo lied, en bouwt langzaam af naar een rustig, ingetogen lied.

En dan Karin. Ze speelt gitaar. Nog niet zo lang, maar ze kent alle akkoorden wel, en krijgt de slag aardig te pakken. Ze speelt voor de derde keer mee tijdens de dienst.

Tenslotte hebben we Greta. Een dame op leeftijd, ze gaat graag naar de kerk, en zingt graag mee, ook al kent ze de liederen niet zo goed en is ze wat afgeleid. Deze dienst moet ze ook de collectezak voorbij laten gaan, ook al heeft ze nog een euro op zak.

Wie aanbidt in geest en waarheid?

De binnenkant
Henk is druk en vindt het geweldig dat hij de dienst zo goed heeft opgezet. Alles past precies, en het is hem gelukt de band de liederen zo te laten spelen als hij in gedachten had. Alles klopte. Dat hij dit voor elkaar heeft gekregen naast zijn drukke baan als manager is al een prestatie op zich!

Karin is onzeker, in haar hart bidt ze dat Jezus haar spel zegent. Meer dan haar best kan ze toch niet doen? Terwijl ze speelt zingt ze liederen zachtjes mee voor God.

Greta denkt na over de man die ze zag onderweg naar de kerk. Ze had haast, maar ze had hem eigenlijk iets willen geven. Hij zat daar maar in de kou, met een kapotte jas. Ze besluit niets in de collectezak te stoppen, maar hem iets te geven op de terugweg.

Wie aanbidt in geest en waarheid?

Van welke kant bekijken we?
Het moeilijke met geloven, en aanbidden in het bijzonder, is dat we vaak alleen de buitenkant zien. Gelooft iemand echt? Aanbidt iemand echt? Aanbid ik echt? Nu ik met dit onderwerp bezig ben de laatste tijd, stel ik mezelf deze vraag regelmatig. Niet alleen in gebed, maar ook in het dagelijks leven. Niet om krampachtig alles in een formule te willen pakken, integendeel, maar om eerlijk naar mezelf te kijken.

Van de voorbeelden uit het verhaaltje herken ik in alle drie de personen wel iets van mezelf. Ik kan ook helemaal opgeslokt worden door mijn werk, of juist onzeker zijn over wat ik doe, of me afvragen of ik iemand niet had moeten helpen. En in wie herken jij jezelf? En van welke kant bekijk je een ander? En jezelf?

Advertentie