Waarschijnlijk haalt Paulus in Filippenzen 2:6-11 een hymne aan. In slechts een paar zinnen wordt hier de essentie van het christelijke geloof geschetst. De eerste christenen hadden nog geen volledige Bijbel, zoals wij. Ze moesten het doen met wat wij nu het Oude Testament noemen en misschien hadden ze al wat brieven of een evangelie. En als die er waren, had zeker niet iedereen een complete Bijbel thuis. Het was dus heel belangrijk dat de kern van het geloof werd overgedragen. En daarvoor is muziek het ultieme middel. Door het ritme, de melodie prent je je in wat je zingt. Hoe zou het geklonken hebben? Geen idee, vast heel anders dan wat wij nu gewend zijn.
Wat ik zo knap vind aan deze hymne is de compactheid. Ik heb mijn boekenkast verschillende dikke pillen staan waarin de christelijke theologie wordt behandeld. En hier is het zo compact en to the point! Lees het eerst eens in zijn geheel:
Hij die de gestalte van God had,
hield zijn gelijkheid aan God niet vast,
maar deed er afstand van.Hij nam de gestalte aan van een slaaf
en werd gelijk aan een mens.En als mens verschenen,
heeft hij zich vernederd
en werd gehoorzaam tot in de dood –
de dood aan het kruis.Daarom heeft God hem hoog verheven
en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat,opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen,
in de hemel, op de aarde en onder de aarde,
en elke tong zal belijden:
‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader
Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van.
Best mysterieus, de ‘gestalte van God’? Wat houdt dat dan precies in? Ik denk dat het begin van Johannes hierbij kan helpen: In het begin was het Woord, en het Woord was bij God. En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van
en waarheid. (Jh 1:1, 14) Op een of andere manier maakt Jezus voor zijn menselijk bestaan al deel uit van God. Wat misschien nog wel bijzonderder is, is dat Hij vrijwillige afstand doet van Zijn privileges. Alsof prinses Amalia incognito onder ons is, zonder haar koninklijke privileges.Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens.
Hier weer het woord ‘gestalte’. In Grieks staat er “morphe”. We kennen het wel, in metamorfose – een andere vorm of gestalte krijgen, of antropomorf – mensvormig (denk aan stripfiguren als Donald Duck). Jezus neemt hier een andere ‘vorm’ aan, in feite ook een soort antropomorf, maar toch wel echt anders zoals dat in strips gaat. Jezus heeft een masker op waardoor Hij op een mens lijkt, Hij is écht ‘gelijk aan een mens’. En: hij werd een slaaf of dienaar. Dat is al een hint: de mens neigt zijn eigen God te spelen… wat ooit fout ging wordt hier omgedraaid.
En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.
Jezus was een échte dienaar: hij deed wat hij moest doen, niet voor zichzelf (als deze beker aan mij voorbij kan gaan…). Het was een complete vernedering, eigenlijk al dat Hij van zijn Goddelijkheid afstand nam, het menszijn – maar vooral ook waar het op uitloopt: Zijn kruisdood. De verschrikkelijkste straf die je in die tijd maar kon indenken.
Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat,
Hier vindt de omkering plaats: van slaaf naar ‘hoog verhevene’, met de hoogste naam die je bedenken kunt. Jezus heeft zijn moeilijke rol als dienaar gespeeld, heeft Zijn Goddelijkheid afgelegd, en wordt weer verheven. Gek genoeg zegt de tekst niets over de opstanding, alleen heft verheffen – dat natuurlijk wel de opstanding impliceert.
opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.
En dan loopt het uit op deze lofprijzing. Waarom moest Jezus sterven en opstaan? Wij hebben de neiging om te zeggen: voor onze zonden. Dat is niet wat hier genoemd wordt. Eigenlijk focust dit lied zo goed als niet op de mens. De focus ligt op Jezus. Uiteindelijk zal elke knie zich buigen (het Hebreeuwse woord voor aanbidding betekent letterlijk knielen). ELKE knie, alle mogelijke ‘domeinen’ worden genoemd. Wat dat precies zegt over het lot van mensen weet ik niet, ik vermoed dat het een soort van ‘niet goedschiks dan kwaadschiks’. Maar: ELKE tong belijdt ook dat Jezus Heer is. ELKE tong! Goedschiks, maar ook kwaadschiks? In elk geval: niemand kan het ontkennen.
Heer is niet gewoon een ‘heer’. Het Hebreeuwse woord voor de naam van God (YHWH) in het OT werd maar zelden gelezen, ze lazen hiervoor in plaats ‘adonai’, heer. In LXX werd dit vertaald als kurios, en dat wordt hier ook gebruikt. Dit is een duidelijk statement: Jezus is Heer. Hij is YHWH. En dan: ‘tot eer van God, de Vader’. Hoe zit dat dan precies? Met de leer van de drie-eenheid is een poging gedaan dit op te schrijven. In elk geval horen de Zoon en de Vader bij elkaar, beide zijn YHWH.
Wat kunnen wij hiermee?
- Wat het met mij doet, is onder de indruk zijn. Als ik de tekst even op laat inwerken besef ik de grootsheid van wat hier wordt geschreven.
- De focus ligt niet meer op mij. Ik speel niet eens een rol in deze tekst. Niets over dat Hij voor mij gestorven is. Dat is wel waar, maar deze hymne eist de volledige aandacht op voor Jezus.
- Hoe knap dat een lied ‘theologisch’ kan zijn, zonder dat het een ‘zware dogmatiek’ is. Er staan wel lastig te begrijpen zaken in, maar de essentie is onontkoombaar. Ik denk dat de kracht van dit lied mag dienen als inspiratie voor wat wij zingen. Mijn pogingen om de tekst te berijmen en op een melodie te zetten zijn nog niet gelukt, hopelijk lukt het nog eens!
Schitterend.!
LikeLike