Hoe smaakt de kerk?

Hoe smaakt de kerk? Komend weekend is er een kerkproeverij waar kerken uit heel Nederland, van verschillend allooi, aan meedoen. Een heel leuk initiatief, proeven heeft immers minder dwang in zich. Soms zeg ik tegen mijn kinderen als ze iets onbekends moeten eten dat ze het tenminste even moeten proeven (slechte vergelijking: daar is toch wel sprake van enige dwang…). Voor veel mensen is de kerk steeds meer onbekend terrein, het kan geen kwaad om toch even te proeven?

Kerkproeverij

Het idee is eigenlijk heel eenvoudig, op de site staat: “Opzet van deze eerste ‘Kerkproeverij’ is dat kerkleden bekenden uit eigen kring (vrienden, familie, collega’s, buren) die weinig vertrouwd zijn met de kerk, uitnodigen om samen een keer een kerkdienst te bezoeken, ‘om het geloof te proeven’. Deze toegankelijke Kerkproeverij-diensten vinden plaats in het weekend van 9 en 10 september.” En als kerk hoef je eigenlijk niet zoveel te doen. Geen speciale diensten, geen campagnes of wat dan ook. Je meldt je gewoon aan en je staat (letterlijk en figuurlijk) op de kaart. Als je er iets meer moeite voor wil doen, kun je nog materiaal downloaden. Ik denk dat je als kerk het best jezelf kunt presenteren zoals je bent, geen speciale dienst, maar zoals het “altijd” gaat.

Smaken

Hoeveel mensen zouden komend weekend komen proeven? Hoe smaakt een kerk? Het maakt nogal uit of je in een uitbundige pinkstergemeente komt of in een statige gereformeerde dienst. En wat je smaak is, want smaken verschillen wordt gezegd. En tja, één ‘maaltijd’ zegt nog lang niet alles natuurlijk. Om de smaak te pakken te krijgen moet je misschien wat vaker komen ‘eten’. En zouden we eigenlijk niet meer smaken moeten hebben? Thuis eten we toch ook niet altijd hetzelfde?

Gasten

Je weet trouwens maar nooit wie er komt eten. “Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij.” (Op 3:20) Of is Hij er altijd al bij? Ik denk in elk geval dat Hij een brede smaak heeft, of zou Hij de voorkeur hebben voor een soort kerk? Misschien bemoedigd het idee dat Hij graag wilde eten bij de kerk waar Hij aanklopt, ook al vond Hij hen niet warm of koud, maar lauw (Op 3:15-16)? Ik hoop dat al die kerken die komend weekend gasten verwelkomen in elk geval niet lauw zijn, en dat veel mensen meer willen proeven. En dat er niemand voor de deur hoeft staan de kloppen. Ook Jezus niet.

 

Advertentie