Week na week staan er talloze bands op de podia van verschillende evangelische gemeenten. Ze spelen met verschillende bezetting en van wisselende niveau covers van Opwekking, Hillsong en andere lofprijs- en aanbiddingsliederen. Maar vaak niet in de bezetting en met muzikanten van hetzelfde niveau als de opnames. Hoe kun je er toch voor zorgen dat je de liederen zodanig arrangeert dat ze goed meegezongen worden? Arrangeren is “een bewerking van een bestaand stuk muziek of compositie voor een andere bezetting, een bepaalde stijl of een bepaalde gelegenheid” (wikipedia). En doen we dat niet elke zondag? Een stuk bewerken voor een andere bezetting voor de gelegenheid van een eredienst? Maar: hoe kun je daar nu het beste uit halen?
Voordat ik met mijn acht tips aan kom wil ik nog even op het hart drukken wat het doel is van een lied zingen: Dat iedereen het goed mee kan zingen tot eer van God. De band moet dit doel dus altijd ondersteunen. Het arrangement moet daar dus ook op toegepast zijn.
- Bepaal wat de basis van het lied is
De basis van een lied bestaat in de regel uit een aantal componenten (naast de tekst). Zorg dat je deze goed in beeld hebt, dit zijn de uitgangspunten – je ingrediënten – voor je arrangement.- Melodie: hierop steunt het lied. Vroeger was dit het uitgangspunt, in popmuziek is dit vaker een samenspel met de volgende punten. De melodie verander je eigenlijk nooit.
- Akkoorden: hiermee wordt samen met de melodie harmonie gecreëerd, het verloop van het lied. Hiermee kun je soms al spelen (zie ook dit artikel)
- Ritme: Zeker bij syncopische liederen onmisbaar (en kan een lied echt maken of breken), maar vaak is er ook ruimte om mee te spelen.
- Inventariseer de beschikbare instrumenten en stemmen
Als je de basis in kaart hebt, moet je gaan kijken welke hulpmiddelen je hebt om je ingrediënten tot een goed geheel samen te brengen.- Welke instrumenten heb je? En: welke instrumenten heb je eigenlijk nodig?
- Kun je instrumenten gebruiken om andere instrumenten te vervangen? Bijv. toetsen voor een strijkerspartij, een elektrische gitaar voor een melodielijn. Een baspartij kun je ook de pianist laten spelen.
- Als je geen drums hebt, met welke andere instrument kun je ritme creëren (dat kan soms al met een goede slag op een akoestische gitaar). Zeker bij syncopische melodieen wordt hier op gesteund.
- Welke stemmen heb je? Kun je de melodie meerstemmig zingen (zodat verschillende stemmen in de zaal een van de stemmen kan meezingen)? Moet je eventueel iets lager of hoger zingen zodat iedereen prettig kan zingen?
- Hoe goed zijn je muzikanten? Een beginnende gitarist kun je beter nog geen solo van Elisa Krijgsman laten spelen. Een gevorderde drummer moet je ook een keer een leuke fill laten doen.
- Bepaal de stijl van het lied
Hoewel ik denk dat in muziek de mogelijkheden schier eindeloos zijn, is het toch goed om rekening te houden met het doel van het lied (in de dienst) en sfeer van het eigenlijke lied. Liederen als Gebed om zegen van Sela (Opwekking 710) of Wat hou ik van Uw huis van Psalmen voor Nu (Opwekking 715) zijn liederen met een laag tempo. Die moet je niet in een uptempo rockversie willen uitvoeren. Maar het gedragen Johan de Heer lied ‘k Geef mijzelf aan U volkomen past dan wel weer in de steviger rockuitvoering van Kees Kraayenoord. Andersom zou je het lied “Wij geloven” (Opwekking 747) niet als een gedragen ballade moeten uitvoeren. Laat de keuze voor de stijl afhangen van het moment. Tijdens het avondmaal zou ik voor een rustiger arrangement gaan en aan het einde van de dienst kan vaak wel wat meer uitgepakt worden!- Wat is de stijl van het origineel?
- Wat past in de setting van de dienst?
- Laat weg wat niet nodig is
Soms zijn er spetterende intro’s, geweldige middenstukken, vette gitaarsolo’s en bombastische uitro’s. Maar moeten die ook altijd (en noot voor noot) gespeeld worden?- Focus op de essentie van het lied.
- Speel een intro, tussenspel of uittro zodanig dat het goed klinkt en dienstbaar is aan het lied.
- Gebruik een intro, tussenspel of uittro om muzikanten even wat ruimte te geven, je mag ze best ook een keer belonen.
- Zorg voor goede bladmuziek en afspraken
Het zal veel muzikanten in de kerk al opgevallen zijn: de bladmuziek is niet altijd één op één met de opname. De bladmuziek is veelal een vereenvoudigde versie, waarin de nadruk ligt op de melodie, een pianopartij en de akkoorden. Daarmee kom je een heel eind, maar soms mis je net dat ene stuk. Intro’s en tussenspelen staan soms anders opgeschreven. Wil je het goed naspelen, zul je dus ook goed moeten luisteren naar de opname en dit evt. zelf noteren. Vooral akkoordenbundels hebben de neiging om een lied sterk te vereenvoudigen. Dan mist bijv. de basnoot in een akkoord (bijv. Opwekking 436 “Onze Vader”: C – F/D – C/E – F etc. klink heel anders als C – F – C – F!). Zorg wel dat iedereen duidelijk heeft wat leidend is: de bladmuziek of de opname en zorg dat iedereen afwijkende afspraken op papier heeft.- Bepaald wat leidend is.
- Zorg dat iedereen dat op papier heeft: maak duidelijke afspraken
- Laat je inspireren
Sommige liederen zijn meerdere keren opgenomen. Heel handig, want dan kun je het vergelijken en kijken welke versie het beste past. Of je neemt een intro uit een bepaalde versie. Wat niet altijd goed werkt is verschillende versies door elkaar husselen, zeker als ze heel verschillend zijn. - Bedenk zelf eens iets anders
Je kunt natuurlijk een heel eigen arrangement bedenken. Dit kost tijd, en vraagt ook enige ervaring. Soms is een lied heel leuk in een andere stijl. Zo deden we in onze gemeente een uptempo lied in reggae-stijl (helaas kan ik niet meer terugvinden welk lied dat ook al weer was…) - Als het niet gaat, laat een lied vallen
Soms is het met een bezetting niet mogelijk een lied goed te zingen. Houd niet koste wat koste vast aan een lied omdat het gepland was. Als het niet lukt, laat het vallen. Beter een lied minder zingen dan een lied slecht zingen.
Ik denk dat als je met deze acht punten aan de slag gaat, je een heel eind komt. Wij werken sinds enkele jaren met vooraf uitgewerkte arrangementen (waar we soms tijdens het oefenen nog aan sleutelen). Stel je daar niet te veel bij voor: er staat in wie het intro speelt (en welk intro), wanneer welk instrument er bij komt, wat de volgorde van een lied is. Dat kan in een paar regels opgeschreven worden per lied, eenvoudig maar doeltreffend. Hierdoor gaat het oefenen vlotter en is de uitvoering van liederen beter. Dat laatste is belangrijk, niet omdat we nu zo graag de goede muzikant en zanger willen uithangen, maar omdat we de gemeente goed mee willen laten zingen!
Pingback: Jaaroverzicht Gloria en Kyrie 2015 | Gloria en Kyrie