Sinds popmuziek haar intrede gedaan heeft bij kerkmuziek, is er ook iets gebeurd met de melodieën. Waren melodieën vroeger vaak op de tel, met vaak beperkte notenlengten (bijv. alleen hele, halve en misschien kwartnoten), zijn veel melodieën vanuit popmuziek vaker syncopisch. Het is vaak ritmischer muziek, vaker voor solo-zang geschreven en ik merk zelf ook dat als ik een melodie bedenk met een ritmische gitaarpartij, deze eerder syncopisch wordt.
Nadeel
Maar er is een nadeel: het is lastiger voor samenzang. De gemeente heeft de neiging – zeker als de zangleiding niet sterk (genoeg) is – om een melodie recht te trekken. Een mooi voorbeeld is het (erg mooie) lied Stil (Opwekking 695). In dit lied worden een aantal noten net voor de tel gezongen, terwijl de neiging is om het “strak” te zingen. Sterker nog: persoonlijk vind ik de originele melodie niet lekker lopen, het wringt, en ik begrijp daar de toegevoegde waarde niet zo goed van.
Oplossing?
Nu kun je twee dingen doen:
1. Goede zangleiding. Goed voorzingen en niet laten verleiden om de gemeente het verkeerd te laten zingen. Dit vereist een zekere kwaliteit van de band en vooral de leiding. Een verkeerd aangeleerd lied kan soms tenenkrommend zijn. Maar als het goed aangeleerd wordt, kan een gemeente best goed syncopen zingen, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad.
2. Niet te veel syncopen zingen. Een lied moet dienstig zijn aan de gemeente, en moet dus ook goed zingbaar zijn voor een grote groep mensen. Schrijvers moeten dus goed nadenken of een melodie wel geschikt is voor samenzang en zangleiders moeten goed nadenken of ze een lied wel moeten kiezen als deze minder of niet goed meegezongen wordt.
Ik denk dat we we niet hoeven te kiezen tussen deze twee opties. Het is én-én. Zowel goed leiden als goed selecteren. Het is belangrijk dat een gemeente in staat is een lied goed te zingen en de melodie moet dus ook een criterium zijn voor selectie (de inhoud komt wat mij betreft eerst, maar dit is een goede tweede).
Uberhaupt popmuziek?
Is popmuziek wel geschikt voor de eredienst, kun je je afvragen. Ik denk van wel, maar er moet wel goed gekeken worden naar de zingbaarheid van de melodie. Er is niets mis met syncopen (integendeel zelfs!), maar het is goed om te bedenken bij het schrijven van een melodie of het werkt in de samenzang. Ik denk dat schrijvers van kerkmuziek in populaire stijl best eens terug mogen kijken naar oude melodieën, en misschien inspireert dit tot (ogenschijnlijk) eenvoudige, maar ook beklijvende, melodieën. Op het laatste album van Schrijvers voor Gerechtigheid zijn de schrijvers hier goed in geslaagd, wat mij betreft.
Ja het is jammer als nieuwe liederen niet goed zingbaar zijn voor een grote groep mensen. Maar soms valt het ook wel weer mee. Wij zingen het lied ‘stil’ heel vaak in de kerk en er wordt inderdaad maar wat van gemaakt. Maar,….het is wel steeds ‘raak’ als het gezongen wordt.
Toen ik sing-ins organiseerde maakten we er de sport van om opwekkingsliederen wél te zingen zoals het op papier stond. De mensen die komen houden van zingen en die ondersteunen de juiste tel weer als zo’n lied in de dienst gezongen wordt. Maar soms botst dit met de mening dat zangers en band niet zo mogen op vallen op het podium ‘omdat het niet om hen draait’. Goed zichtbare zangers die met mimiek en gebaar ‘dirigeren’ zijn goud waard voor gemeentezang.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, inderdaad, soms het valt het mee. Het lied Stil is inderdaad wel ‘raak’, het raakt mensen. En dan is het denk ik ook minder erg dat het niet op de juiste tel wordt gezongen.
En ja, een sing-in zal zeker de ‘echte’ liefhebbers trekken! En dan is het zeker zaak om goed beslagen ten ijs te komen!
LikeLike
Hi Marc, ik denk dat we mensen in onze gemeente ook wel een beetje muzikaal mogen opvoeden. In een zwarte kerk hebben ze bv totaal geen moeite met syncopen 😉 en iedereen zingt zijn / haar favoriete seculiere nummer makkelijk mee. Volgens mij moeten we het ook niet te simpel maken om te voorkomen dat straks alle nieuwe christelijke liederen heel saai zijn of een beetje hetzelfde klinken
LikeGeliked door 1 persoon
Helemaal mee eens, zie mijn 1e suggestie. Het staat of valt met goede (zang)leiding. Wat betreft het goed meezingen van favoriete seculiere nummers: ik weet niet of dat voor iedereen in de gemeente geldt. Er is zeker een groep die dit kan/doet, maar hoe vaak luisteren ze dan naar zo’n lied? Daar zit stiekem toch ook wel wat oefening bij. En ik vrees dat er altijd nog een groep is voor wie het lastig blijft.
En ja, een zwarte kerk… waar ligt het aan? Zijn ze echt swingender in de genen of is het omdat ze er van jongs af aan mee te maken krijgen?
En nee: het moet niet te simpel, een lied moet langere tijd meekunnen, vind ik, dus moeten er wel wat leuke dingetjes inzitten!
LikeGeliked door 1 persoon
Pingback: Drie kenmerken van een kerklied | Gloria en Kyrie
Ha Marc,
Goed gezegd! Zeer mee eens.
Een aspect van popmuziek-achtige gemeente-liederen dat ook genoemd kan worden: liederen met een octaaf-truc. Ik bedoel daarmee dat een lied laag begint en dan tegen het eind het couplet of refrein een octaaf hoger gezongen wordt. Een mooi effect geeft dat, een soort climax. In steeds meer liederen van bijv. Hillsong of Bethel Music zit zo’n octaaf-truc (is daar een ander woord voor?). Een vorm die door een goede vocalist goed gezongen kan worden, maar voor gemeentezang ongeschikt is. Het lage deel klinkt krachteloos en ‘modderig’ en het hoge deel is voor veel mensen moeilijk haalbaar en kan schreeuwerig overkomen.
Een voorbeeld daarvan is ‘Here’s My Heart’ van Casting Crowns, dat dit jaar in de Opwekkingsbundel komt, vertaald als ‘Hier is mijn hart, Heer’. Mooi lied, in ieder geval inhoudelijk, maar ik zal het waarschijnlijk nooit in mijn zangdiensten gebruiken. Jammer dat Opwekking met die trend meegaat… Hopelijk is het een incident.
LikeGeliked door 1 persoon
Pingback: Zeven tips hoe je het beste uit de Opwekkingsbundel kunt halen | Gloria en Kyrie